De Triompdagen van Boedapest waren voorbij en Elisabeth en haar man brachten een rustige vakantie door met hun kinderen in Ischl, waar zij het droevige nieuws kregen van het overlijden van hun zwager, de prins Thurn en Taxis. De arme Néné, die de enige van Ludavica's dochters die een gelukkig huwelijksleven had, was nu een ontroostbare weduwe en na de begrafenis te Ratisbon te hebben bijgewoond, vergezelden de keizer en keizerin haar naar Possenhoven.

Maar de tragedie van Nénés vroege weduweschap raakte op de achtergrond door het nieuws dat hun in München wachtte, waar een telegram uit Washington de keizer berichtte dat zijn broer Maximilian terechtgesteld was in Queretaro. Tot het laatste ogenblik had Frans Josef geweigerd deze mogelijkheid onder ogen te zien. Zijn geest kon het idee niet aanvaarden, dat Juarez de gehele beschaafde wereld zou tarten en dat het verzoek om clematie van de Verenigde staten zou negeren. Maar nu was het onmogelijke gebeurd. Een Oostenrijkse aartshertog was neergeschoten als een misdadiger op het bevel van een Indiaanse wilde en het was de plicht van de keizer om naar Wenen terug te keren en de ouders van Max op de hoogte te stellen.

Elisabeth deelde de bedroefheid van de familie, maar was te veel vervreemd van haar schoonmoeder om te trachten haar te troosten. Ze bleef dus op Possenhoven, waar altijd zoveel familieproblemen waren op te lossen, dat er geen tijd was om te piekeren over het wrede noodlot dat Frans Josef telkens opnieuw zijn weinige uren van geluk ontnam.

 

In Possenhoven had ze Néné , die afgeleid moest worden, en haar moeder, die gerustgesteld moest worden, want er waren problemen gerezen over de koninklijke bruiloft, waarvoor nog steeds geen datum vastgesteld was, omdat koning Ludwig niet over de zaak wilde spreken.

 Sophie was niet stralend meer. Ze was humeurig en verdrietig vertrouwde haar zuster toe, dat ze bang was voor haar knappe verloofde, die naar nooit enige normale genegenheid betoonde en die haar behandelde als een Wagnerheldin.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In het begin was ze bereid geweest gehoor te geven aan zijn wensen. Ze had uren lang aan de piano gezeten en hem stukken voorgespeeld uit de "Rheingold", terwijl hij in trance naar de mechanische mman, die af- of toenam al naar gelang van zijn fantasie. De koning had haar in het openbaar vernederd door midden op een hofbal te verdwijnen en haar alleen in de balzaal te laten. Hij negeerde haar soms dagenlang en kwam dan plotseling onaangediend midden in de nacht opf in de vroege ochtenduren, waardoor hij de hele hofhouding uit bed haalde, omdat hij erop stond met koninklijke eer te worden ontvangen. Soms vroeg hij helemaal niet naar haar. Hij hield stil bij het kasteel op een van zijn nachtelijke ritten, liet een boeket bloemen achter en verdween weer even stil als hij gekomen was.. Zelfs hertog Max, die sympathie had voor alle excentrieke mensen, begon te twijfelen aan het verstand van koning Ludwig. Alleen de hertogin weigerde het idee op te geven dat haar jongste dochter koningin van Beieren zou worden. Niemand kon lastigeren excentrieker zijn dan haar man, zei ze en hij had niet eens het excuus dat hij koning was. 

Elisabeth vond de toestand erg lastig, want het feit dat koning Ludwig haar zuster verwaarloosde, weerhield hem er niet van haarzelf te overstromen met complimentjes en attenties Bij haar terugkeer uit Ischl wilde hij haar met alle geweld halverwege te willen vergezellen, waarna hij haar schreef: U had er geen idee van lieve nicht, hoe gelukkig u mij hebt gemaakt. De uren,  die ik onlangs met U doorbracht in de treincoupé, waren enkele van de heerlijkste uren van mijn leven. De herinnering hieraan zal nimmer verflauwen. U gaf mij toestemming u te bezoeken in Ischl ..... als die tijd aanbreekt zal van alle mannen op aarde de meest gezegende zijn, want de gevoelens van oprechte liefde, eerbied en trouwe genegenheid voor u, die ik sinds mijn prille jeugd in mijn hart heb gekoesterd, maken dat ik mij in de hemel waan als ik nu uw gezelschap verkeer, een gevoel dat slechts gedoofd zal worden door de dood alleen.... Ik smeek u, mij de inhoud van deze brief te vergeven, maar ik kon niet anders. 

Het was een vreemde brief om te ontvangen van haar zusters weerstrevende aanbidder. Elisabeth mocht haar neef graag, maar vreesde dat haar sympathie hem zou ontmoedigen tot confidenties van zo'n aard, dat zij die niet zou kunnen ontvangen, en in plaats heb zelf te beantwoorden gaf ze hem aan de keizer, die hem allerbeleefst en aller vormelijkst beantwoordde. Hij bedankte zijn neef voor al zijn attenties aan de keizerin, maar sprak niet over het voorgenomen bezoek aan Ischl. De eigenaardige jonge Koning met zijn grillige gedrag zou nauwelijks gepast hebben in de sombere atmosfeer van de familiekring in Ischl.

 

 Aartshertogin Sophia was uit Wenen aangekomen ondersteund door haar echtgenoot en haar drie overlevende zoons en Elisabeth was geschokt door de verandering in haar trotse, heerszuchtige schoonmoeder, die in eens een meelijwekkend, verschrompeld oud vrouwtje was geworden, die over niets anders praatte dan over haar "allerliefste Max, die gedood was als een gewone misdadiger. De enige personen die zij ontving waren marine-officieren, die in Triëst onder de aartshertog hadden gediend, en Oostenrijkers die behoord hadden tot zijn staf in Mexico. 

 

Onder deze omstandigheden kon er geen sprake zijn dat de keizer en keizerin de uitnodiging van de Franse Keizer aanvaardden om de tentoonstelling in Parijs bij te wonen, wnat de aartshertogin maakte er geen geheim van dat zij Keizer Napoleon beschouwde als de moordenaar van haar zoon. Vele van Napoleons onderdanen deelden haar mening, wnat deexecutie van Keizer Maximilian had in Frankrijk bijna een diepe indruk gemaakt als in Oostenrijk. De Parijzenaren herrinnerden zich de jonge keizer en zijn beminnelijke echtgenote met grote genegenheid en gaven er hun keizer en keizerin de schuld van dit argeloze jonge paar meegesleept  te hebben in het noodlottige Mexicaanse avontuur. Eugënie zou flauw gevallen zijn toen zij het nieuws hoorde en haar verdriet was des te oprechter, omdat zij voelde dat zij en haar man verantwoordelijk waren. In tranen smeekte zij Prins Metternich alles te doen wat in zijn macht lag om zijn meester te overreden haar en Napoleon te ontvangen voo een condelëance bezoek. En hoewel het een bezoek was , dat Frans Josef grrag zou hebben vermeden, deed zijn minister van buitenlandse zaken, Baron Beust, hem begrijpen, dat zijn persoonlijke gevoelens ook waren, Oostenrijk niet ineen positie was om de vriendschap van Frankrijk te negeren en de keizer zich moest onderwerpen aan de eisen van de staat. Omdat sde Franse heersers nou niet bepaald polulair , was zij op haarwaren, was het niet raadzaam dat zij naar Wenen kwamen,  Ischl kwam natuurlijk helemaal niet in aanmerking zolang de aartshertogin er was, dus werd Salzburg gekozen als een geschikte plaats van ontmoeting.

 

De tegenzin van Frans Josef om als gastheer op te treden voor Keizer Napoleon was niets vergeleken bij die van zijn vrouw, die zich in de afgelopen weken zo ziek en moe had gevoeld, dat ze tot de conclusie was gekomen dat ze weer zwanger was. "Zolang deze onzekerheid voortduurt, is de gedachte aan het Salzburg bezoek erg deprimerend. Ik voel me zo diep ellendig, dat ik wel de hele dag zou kunnen schreien. Troost me, mijn lief, want ik heb het hard nodig. Ik ga niet meer paardrijden of wandelen. Alles lijkt me zo inspannend en vervelend. Maar al had Frans Josef haar graag de beproeving gespaard van het Salzburg bezoek, Baron Beust hield vol, dat de Franse heersers het als een belediging zouden zien als de keizerin er niet was om hen te ontvangen, dus schikte Elisabeth zich in het onvermijdelijke en vertrok om de wereld; te tonen dat ondanks haar veelgeroemde reputatie de Franse Keizerin geen partij voor haar was in schoonheid en gratie. Op 18 augustus was Salzburg vol bezoekers, waarvan er vele alleen gekomen waren om getuige te zijn van de ontmoeting tussen twee mooie keizerinnen. Zelfs zij die het meest bevooroordeeld waren, moesten toegeven dat Eugënie zich zeer tactvol gedroeg en dat zij Elisabeth met een zekere eerbied behandelde. zonder haar waardigheid te verliezen. Bescheiden gekleed in het wit uit eerbied voor de hofrouw, was zij op haar 42ste jaar nog steeds een elegante mooie vrouw.

Elisabeth was al dertig jaar en in verwachting van haar vierde kind, maar ze had haar etherische schoonheid behouden, die zelfs vrouwen deed voelen dat dit een schoonheid was van een andere planeet, waarbij er geen sprake kon zijn van revaliteit of concurrentie. Het beeld was zo betoverend, dat men vergat de kleine foutjes op te merken, zoals het feit dat ze eerder glimlachte dan lachte, teneinde haar verkleurde tanden niet te laten zien, en dat de handen die ze zelden door iemand liet kussen, nogal groot en benig waren.

 

Van beide kanten moet het een nogal pijnlijk bezoek zijn geweest. Keizer Napoleon, die ondanks zijn weinig innemend uiterlijk begiftigd was met een buitengewoon grote charme, deed zijn uiterste best te vleien en zich aangenaam te maken, maar een zekere stijfheid in de houding van Frans Josef toonde aan hoeveel inspanning het hem koste de hand te schudden van de man die zijn broer verraden haden wiens interventie hem zijn Italiaanse provincies had gekost. Hij werd pas wat minder vormelijk, toen hij met Eugénie sprak, die hij aantrekkelijk vond zoals hij erkende. 

De ontmoeting werd in een zo gunstig mogelijk licht aan de buitenwereld gepresenteerd, maar door de twee vorsten moeten beiden opgelucht hebben gevoeld, toe ze afscheid van elkaar namen.

Nauwelijks was het Salzburgbezoek voorbij, of Elisabeth vertrok naar Zwitserland om zich bij haar zusters te voegen en een gynaecoloog te consulteren. Omdat ze incognito reisde, deed ze waar ze zin in had en aarzelde niet om tegen volmaakt vreemde mensen te spreken, als ze toevallig de eigenaars waren van een hond die haar beviel. In haar passie voor honden leek ze op haar moeder, maar het moesten grote honden zijnen ze placht te zeggen: Ik geloof niet, dat er een hond bestaat die groot genoeg is voor mij. De kennels in Schönbrunn zaten vol reusachtige Newfoundlanders, St Bernards en Deense doggen, die verzorgd werden door een man, die zich de "Verzorger der Keizerlijke honden" noemde, maar die door de hofhouding kalmpjes de "Hondejongen" werd genoemd. 

Gelukkig voor de keizer, die niet erg op honden gesteld was, waren de lievelingsdieren van zijn vrouw niet het soort dat tijdens maaltijden op haar schoot zat en van haar bord meeat, zoals de spitshonden van haar moeder. Maar er was er altijd wel een van die grote, luidruchtige dieren in de kamer. En als zij van hen gescheiden was, bekende zij dat zij hen meer miste dan haar kinderen.

 

Nauwelijks was de keizerin terug in Wenen, of ze hoorde dat Sophies verloving verbroken was. Het voordurend uitstellen van de huwelijksdatum door Koning Ludwig en de steeds erger wordende verwaarlozing van zijn verloofde hadden Hertog Max er eindelijk toe gebracht zich te doen gelden als vader en de koning mede te delen dat, tenzij het huwelijk vastgesteld werd op een bepaalde datum, Sophie de verloving zou verbreken. Ludwig zijn enige antwoord op deze brief was een kort kattebelletje aan zijn verloofde, die hij nog steeds aansprak met haar Wagneriaans pseudoniem: " Lieve Elsa, je ouders willen onze verloving verbreken en ik aanvaard hun voorstel." Op diezelfde dag schreef hij in zijn dagboek: "Sophie afgeschreven." Het sombere toekomstbeeld lost op. Ik snak naar vrijheid, nu ik weer kan leven na deze kwellende nachtmerrie. Volgens zeggen heeft hij het einde van zijn verloving gevierd door het marmeren borstbeeld van zijn verloofde uit het raam te smijten. 

 

Elisabeth was even verontwaardigd als de anderen en schreef vanuit Schönbrunn aan haar moeder: "U kunt zich voorstellen , hoe boos ik ben op de koning. De keizer is ook woedend. Geen woorden kunnen zijn gedrag beschrijven. Na wat er gebeurd is kan ik me voorstellen, dat hij zich ooit weer in Münster zal durven vertonen. Ik ben echter blij dat Sophie het zo opvat. God weet dat ze nooit gelukkig had kunnen zijn met zo'n echtgenoot. Ik bid dat ze uiteindelijk een goede man mag vinden, maar wie zal dat zijn?

Omdat ze altijd een hartelijke zuster was stelde Elisabeth Sophie voor naar Wenen te komen en omdat haar moeder het ouderwetse standpunt huldigde dat een versmade bruid een tijd lang teruggetrokken moest leven, namen zowel Frans Josef als Elisabeth de houding aan, dat Sophie zich helemaal niet hoefde terug te trekken. Ze heeft niets om zich voor te schamen. Alleen de koning moest zich schamen. Het was Sophie die zelf niet naar Wenen wilde gaan, waardoor men kan vermoeden dat ze haar hart al verloren had, want die zomer had ze de knappe prins van Orleans ontmoet, Ferdinand, Hertog van Alençon. 

 

Frans Josef kon zich niet veroorloven het enige gekroonde hoofd te zijn , dat afwezig bleef van de tentoonstelling in Parijs en omdat Elisabeth haar toestand haar alle recht gaf, zich te excuseren voor de vermoeiende beproeving van een staatsbezoek, ging de keizer met zijn twee broers naar Parijs. Anders dan hij verwacht had, amuseerde hij zich kostelijk. Hij was nu

hij was nu zevenendertig  en dit was zijn eerste bezoek aan Parijs, dat in de laatste dagen van het tweede Keizerrijk de vrolijkste en boeiendste stad ter wereld moet zijn geweest, Ik verwacht heel veel, schreef hij aan zijn vrouw , maar ik ben volkomen meegesleept door de wonderlijke schoonheid van dit alles. Het is net een droom. Niemand kon een boeiender gastvrouw zijn als Eugénie, die zich veilig voelde op eigen terrein en alle mogelijke moeite deed om de Oostenrijkse keizer te betoveren. En voor enkele dagen kon Frans Josef zijn zorgen vergeten en zich gedragen als iedere andere jongeman die met vakantie in Parijs is. Zijn opgewekte stemming wordt weerspiegeld in de brieven aan zijn vrouw, die veel levendiger waren dan gewoonlijk. 

Keizerin Eugénie had de grootste moeite heeft zich te verweren tegen de amoureuze bedoelingen van de eenentachtigjarige ex-koning van Beieren, die nog evenveel belang steld in schone vrouwen als vroeger en die zo dartel is als een veulen. De  oude koning slaagde er eindelijk in Keizerin Eugénie over te halen met hem mee te gaan in de gondel van een verankerde luchtballon, die een van de attracties was van de tentoonstelling, maar Napoleon mocht er niets van weten. Hij bekende Elisabeth dat hij zich amuseerde en veel charmante dames had ontmoet, maar mijn gedachten zijn bij jou, mijn engel, dus maak je niet ongerust. Toch miste Frans Josef zijn jonge vrouw. Als hij ging winkelen met Eugénie was heet alleen om prachtige sjaals en kanten te kopen voor Elisabeth, of een door Watteau beschilderde waaier, een met edelstenen ingelegde kolibrie met een staart van robijnen en smaragden en een broche van diamanten en zwarte parels. Niets was te zeldzaam of te duur voor de vrouw die hem weer een kind zou schenken. De tentoonstelling in Parijs was bijna afgelopen en Frans Josef keerde weer terug naar zijn schrijfbureau. Elisabeth verwelkomde haar man liefhebbend, want in deze maanden van haar zwangerschap was ze afhankelijk voor troost en geruststellende woordjes. Ze was altijd ongelukkig  als ze niet kon paardrijden en ook deze keer werd ze achtervolgd door de vrees dat de bevalling haar haar schoonheid zou verliezen. Ze zag er meer dan ooit tegenop om zich in het openbaar te vertonen en ging zelden verder dan het park in Schönbrunn. Toen het hof in de winter verhuisde naar de Hofburg, reed ze met het rijtuig naar het meest afgelegen deel van de Prater, waar ze een uur in de sneeuw wandelde, gevolgd door een rillende hofdame die zich diep ellendig voelde.

In Boedapest wilde ze altijd iedere bekende schrijver of dichter leren kennen, maar in Wenen deed ze geen enkele poging om de veteraan Grillparzer te ontmoeten, de grootste van alle Oostenrijkse dichters. De artiesten die zij opmerkten waren Hongaren, zoals de schilder Munkascy en de musicus Frans Liszt, wiens concerten in Wenen, waar de Abbé in een elegante soutane op een met lelies versierde stoel zat voor een piano versierd met rozen, alrtijd met haar aanwezigheid vereerd werden, Het was de ongenaakbaarheid van Elisabeth en het feit dat ze geen belang stelde in haar omgeving, die haar zo ongelukkig maakte in Wenen. Tot het einde van haar leven bleef Wenen een stad waarin ze het vreselijk vond terug te keren en die zij altijd wilde ontvluchten. 

Ze was zelfs niet intiem met haar kinderen. Nadat ze een lange, bittere strijd gestreden had om de leiding te krijgen over hun opvoeding en die strijd eindelijk gewonnen had, deed ze weinig moeite haar rechten te handhaven.

 

Ofschoon Rudolf gefascineerd was door zijn moeder en hem zo veel genoegen deed als de bewondering die ze wekte als ze samen uitgingen.

 

Elisabeth was een vrouw die iedereen wilde boeien die in haar omgeving kwam, zelfs haar eigen kinderen, maar ondanks alle moeite, die zij zich gaf, had ze niet altijd succes. Ze las graag gedichten van haar lievelingsdichters voor en verwachtte dat de kinderen haar genoegen zouden delen. Maar noch Rudolf noch Gisela waren al groot genoeg om Heine of Shakespeare te waarderen en de uren, dat zij stil moesten luisteren naar hun moeders recitaties, maakten dat zij gedichten voor de rest van hun leven verafschuwden. Ze zagen hun moeder liever in een van luchthartige stemmingen op picknicks of tochten door Ischl. Dan lachten Rudolf en Elisabeth als kinderen om de een of andere grap.

 

Maar er waren zelfs dagen en weken dat Elisabeth te lusteloos en gedeprimeerd was om haar kinderen te zien. Dan had ze liever gezelschap van haar toegewijde Ida, die met gevoelige, begrijpende aard altijd de stemming van het moment kon aanvoelen. De jonge hongaarse vrouw werd erkend als de invloedrijdste persoon in het gevolg van de Keizerin en haar kamers in Wenen, die aan de Hofburg grensden, werden door een gang verbonden met de appartementen van de keizerin, zodat ze op alle uren van de dag of nacht met elkaar in contact konden komen.

 

Het was karakteristiek voor Frans Josef dat wanneer hij eenmaal werd gedwongen was een situatie te accepteren, hij dit met waardigheid deed. Misschien vermaakte het hem te luisteren naar sarcastische opmerkingen van Graaf Crenneville over Andrássy, maar uiteindelijk was het de trouwe Crenneville, die geofferd werd en die evenals zijn voorganger graaf Grünne de belangrijke positie van adjudant-generaal moest verwisselen voor de titulaire hofbenoeming van opperkamerheer. Het was Elisabeth die had aangedrongen op het ontslag van graaf Crenneville, dat samenviel met de aankondiging dat hare majesteits verlossing plaats zou vinden in Boedapest en dat indien het kind een jongen was , hij Stefan gedoopt zou worden naar de beschermheilige van Hongarije. Beseffend welk een verontwaardiging dit zou wekken in andere delen van het keizerrijk had Crenneville zijn best gedaan de keizer er vanaf te brengenen zijn vrouw haar zin te geven. in deze kwestie. Maar zoals gewoonlijk kreeg Elisabeth haar zin in deze kwestie.  De woede en verontwaardiging waren zo groot, dat een van de hofdames gezegd zou hebben dat hare majesteit een miskraam verdiende te krijgen, terwijl anderen die lastertaal uitsloegen, verzekerden dat het niet meer dan normaal was, dat een Hongaars kind in Boedapest geboren werd. Met grote verachting negeerde Frans Josef en Elisabeth deze kritiek en klachten,.

 

Op 5 Februari 1862 nam Elisabeth afscheid van haar kinderen in Wenen en reisde met haar zuster, de koningin van Napels, en een talrijk gevolg, waaronder dokters, verpleegsters en  minnen  naar Boedapest. En waar twee maanden op 22 april 1862 een meisje geboren werd en dat  Valerie gedoopt werd. Maar dat door de Weners toen ze zagen hoe dol Elisabeth op dit kind was al spoedig "de kleine godin" of de "enige" werd genoemd.

 

De geboorte van Valarie betekende een nieuwe fase in het leven van Elisabeth. Zij die het nooit kon verdragen haar genegenheid te delen, die zich had afgewend van haar man en zelfs haar kinderen zodra deze zich aan anderen gingen hechten, had eindelijk een uitlaat gevonden voor haar veeleisende, heerszuchtige liefde. Zowel Frans Josef en Andrássy hadden gehoopt op een jongen maar Elisabeth was verrukt dat het een meisje was dat nu de invloed van haar schoonmoeder verleden tijd was en Valarie nu helemaal van haar zou zijn en ze  haar op eigen wijze lief kon hebben en te kunnen koesteren. 

Omdat zij zich niet kon beheersen als haar emoties in het geding kwamen werd Elisabeths liefde voor Valarie spoedig tot een obsessie. Niemand mocht zonder haar toestemming bij het kind komen. 

 

Maar zelfs de liefde voor haar dochtertje kon die aanval van zwaarmoedigheid niet voorkomen, die steeds veelvuldiger optraden en die maakte dat  ze soms de hele dag wel zou willen huilen. Het duurde lang voor zij herstelde van haar vierde bevalling en maanden dag ze niet in staat was te rijden.. Het strenge dieet, waaraan zij  zich na elke zwangerschap onderwierp uit vrees dat haar middeltje ook maar een centimeter zou toenemen, verzwakte haar lichaam en maakte haar neerslachtigheid nog groter. Ze had weinig om haar geest mee bezig te houden en hoewel ze nog steeds interesseerde voor de Hongaarse politiek, ging ze er lang niet meer zo in op als vroeger. Ze miste de opwinding van de claudestiene ontmoetingen, de sensatie van de omgang met mannen van de oppositie waren tegen de regering.

 

Gödolle was de plaats die Elisabeth als thuis beschouwde en waar  zij de weinige uitverkorenen ontving, die zij als haar vrienden  beschouwde. Ook Frans Josef  begon waardering te krijgen voor het Hongaarse landhuis, waarheen hij kon ontsnappen voor een paar dagen rust "Als de Weners wat al te vermoeiend werden." 

Elisabeth vond Ischl niet langer dan een paar weken te verdragen, al was haar schoonmoeder niet meer de formidabele aartshertogin die haar jeugd tot zwijgzaamheid had geterroriseerd , maar enkel een zielige oude vrouw die ontroerend dankbaar was voor de liefde van haar kleinkinderen. Toch irriteerde het Elisabeth dat haar kinderen, vooral Rudolf liever bij de Aartshertoginin Ischl bleven, dan hun andere grootouders op te zoeken in Possenhoven.

 

In de zomer van 1868 was de hele familie, inclusief Frans Josef, verzameld in Possenhoven om de verloving te vieren van Sophie met Fredinand van Bourbon-Orleans, Hertog van Alençon. De lange blonde bruidegom was even knap, zi het minder romantisch van uiterlijk, als koning Ludwig en al had de oude hertogin liever gezien, dat Sophie koningin van Beieren werd, een prins van Orleans was niet te versmaden voor een dochter die de twintig reeds gepasseerd was. De aanwezigheid van de keizerin leverde een kans voor de verzoening van de familie van de Koning, die altijd klaar stond om zijn complimenten te doen aan "die meest betoverde van alle nichten". Hij was minder geestdriftig over de keizer en in een brief waarin hij Richard Wagner de ontvangst bevestigt van de partituur van "Die Meistersinger", die voor zijn huwelijk gecomponeerd was, bedankt hij hem voor de troost, die de partituur mij gebracht heeft in een periode, die mij verzuurd werd door zulke zeurkousen als mijn moeder, de keizer van Oostenrijk en Sophie en haar man welk laatste paar nog de grootste beproeving was. De verveling had hij zichzelf op de hals gehaald, want niemand verwachtte of wenste hem bij de bruiloft, die spoedig na de officiële verloving plaats vond.

Het was pijnlijk voor de gaste en vooral voor de bruid, toen haar voormalige verloofde onaangekondigd verscheen als de dertiende fee in Doorndoosje; en na enkele ogenblikken weer even plotseling vertrok als hij gekomen was. Wat Frans Josef betrof, het was nauwelijks waarschijnlijk dat hij en Ludwig veel gemeen hadden. Als de keizer het gezelschap van zijn neef zocht, was het alleen om voor zichzelf te ien of er waarheid zat in de geruchten, die de normaliteit van de koning in twijfel trokken.

De keizerin lachte, toen ze hoorde over Koning Ludwigs zogenaamde "rit naar Innsbruck", toen hij de hele nacht en dag achtereen om de koninklijke rijschool reed met een stop-watch op zijn zadel, tot hij het vereiste aantal kilometers had afgelegd, die nodig waren geweest om hem in Innsbruck te brengen. Ze was geamuseerd, toen de koningin-moeder van Beieren, wier appartementen in het paleis in München pal onder die van de koning lagen, zich beklaagde, dat "het regende in haar bed", totdat ontdekt werd dat de mechanische maan van de wintertuin in de vijver was gevallen, waardoor het water over de rand vloeide. Elisabeth lachte, maar noch de keizer, noch de Oostenrijkse mininster in München vonden het gedrag van de koning normaal. Soms praatte Ludwig over afstand doen van de troon om zich terug te trekken in de eenzaamrenheid van een Grieks eiland, maar hij veranderde al spoedig van gedachten toen hij te horen kreeg, dat hij in dat geval niet meer van de staat kon verwachten dan de 500.000 florijnen die zijn vader aan zijn grootvader had gegeven. Al bezorgde het koningschap hem veel ongerief, hij had nog steeds de Beierse schatkist te zijner beschikking, waarmee hij zijn dromen vn Nibelungenkastelen, gebouwd op de toppen van bergen kon verwezenlijken en paleizen in imitatie van Versailles, die zich weerspiegelden in de blauwe Alpenmeren.

Zowel voor Ludwig als Elisabeth bestond geld alleen maar om hun grillen te bevredigen. In een van haar cynische buien zei de keizerin: 'Ik moet God werkelijk danken dat ik keizerin ben, anders zou het me slecht zijn vergaan". Dit was een indirecte lof voor Frans Josef, die haar behoedde  voor alle onaangenaamheden en die haar buitensporigheden betaalde. Voor het moment beperkte zij zich tot het huren van villa's en kastelen voor enkele weken en deze geheel laten herinrichten zolang zij er woonde.