Corfu, dat niemand ooit als een herstellingsoord had beschouwd, deed de keizerin zoveel goed, dat dr Skoda tegen het eind van Juli naar Wenen terug kon keren om te melden dat hare majesteit veel minder hoestte en dat ze geheel geen koorts had. Voor zichzelf gaf hij toe, dat zij een lastige patiënt was die met alle geweld in zee wilde baden tegen zijn advies in, zowel het wonderlijk genoeg geen kwaad scheen te hebben gedaan. Het was wonderlijk dat een vrouw, die tering heette te hebben, brieven schreef, over, ver in zee zeilen en zwemmen tussen de rotsen in poelen van doorschijnenend water, of 's nachts in het maanlicht buiten zitten'. 

Ze schreef echter niets over naar huis komen en haar voortgezette afwezigheid gaf aanleiding tot de wildste verontstellingen die eindelijk de keizer ter ore kwamen. De geruchten waren niet alleen pijnlijk voor hem, omdat hij er door aangevallen werd op een punt waarop hij bijzonder kwetsbaar was, maar ze waren ook slechtvoor het keizerlijke prestige. En in het begin van augustus zond hij graaf Grünne naar Corfu om te trachten de keizerin over te halen terug te keren, zij het dan niet naar Wenen, dan toch naar een plaats in eigen land. De keuze van graaf Grünne voor een opdracht die de grootste tact vereiste kon niet ongelukkiger zijn alleen iemand die zo weinig gevoelig was als Frans Josef had een afgevaardigde kunnen kiezen die Elisabeth altijd met wantrouwen en afkeer had beschouwd.  Ze kon er slechts met de grootste moeite toe overgehaald worden hem te ontvangen en toen hij haar op de hoogte stelde van de onaangenaame geruchten die veroorzaakt werden door haar afwezigheid, zei ze ronduit, dat hij en haar schoonmoeder verantwoordelijk waren voor die geruchten, omdat ze haar het leven zo zuur hadden gemaakt vanaf de eerste dagen van haar huwelijk. Ze zei, dat de aartshertogin haar niet alleen beroofd had van de genegenheid van haar man en kinderen, maar haar ook gedwongen had zich te onderwerpen aan het vernederende gedrag van gravin Esterházy, die niets beters te doen had dan elke beweging te bespieden en alles over te brieven wat ze zei. De keizer zei dat hij haar liefhad, maar deed geen poging een eind te maken aan al die 'klatsch' van het Weense hof over haar. 

 

Op de dag dat graaf Grünne de keizerin tot rede trachtte te brengen, verloor ze haar zelfbeheersing en beschuldigde hem ervan, dat hij zijn best had gedaan haar huwelijk te verwoesten door vrouwen aan de keizer voor te stellen, die hij anders nooit zou hebben ontmoet. Later besefte zij dat zij te ver was gegaan en nam haar woorden terug, maar de graaf was diep beledigd en vertrok de volgende ochtend. Alles wat hij de keizer meldde, was dat hij er niet in geslaagd was in zijn opdracht, maar in zijn gesprekken met zijn vrienden zei hij dat de keizerin geestelijk ziek was, niet lichamelijk, en hoe langer ze wegbleef hoe beter, want ze was totaal ongeschikt voor haar positie. Het spreekt vanzelf, dat de boosaardige Ludwig Victor deze opmerkingen. 

 

 Intussen hadden de berichten over ernstige onenigheid in de keizerlijke familie Beieren bereikt. Elisabeth haar moeder maakte zich erg bezorgd en omdat ze wist dat haar dochter alleen tot rede kon worden gebracht door iemand van haar eigen familie, stuurde ze Néné naar Corfu. Frans Josef aanvaardde dankbaar de bemiddeling van de vrouw met wie hij getrouwd had kunnen zijn, maar met wie hij nooit zulke idyllische uren zou hebben beleefd als met Sisi in de eerste maanden van hun huwelijk, toe hij "zo gelukkig was als een god en verliefd als een luitenant.
 Toen zij op Corfu aankwam was Néné geschokt Elisabeth zo bleek en lusteloos te vinden en met zo'n opgeblazen gezicht, een opgeblazenheid veroorzaakt door acute bloedarmoede. Wat het nog erger maakte was,  dat Elisabeth vond, dat ze te dik werd, zodat ze praktisch verhongerde. Haar hofdames, die wanhopig waren, waren heel blij, dat de zuster gekomen was, die zo verstandelijk en ordelijk was. Ze vertelden haar de waarheid. Nu benijdde Hèléne Elisabeth niet meer om haar schoonheid en haar triomfen. Nu kon ze alleen maar medelijden met haar, zoals  men medelijden heeft met een eenzaam, verwend kind. Zacht maar ferm nam zij de leiding.  Zij overreedde haar regelmatig haar maaltijden te gebruiken en drie maal daags vlees te eten. En gedrurende hun wandelingen en trips stortte Elisabeth al haar wezenlijke en imaginaire grieven uit, haar afkeer voor het huwelijksleven en haar ellendig leven aan het hof. Hèléna luisterde en haar hart ging uit naar haar zuster, die in de ogen van de wereld zoveel bezat, maar die haar dagen doorbracht met huilen om verloren illusies. Langzamerhand bracht zij haar terug tot normaliteit en wekte in haar een verlangen naar haar kinderen en haar huis. Tegen de tijd dat zij het eiland verliet, was zij geslaagd in haar opdracht en had zij de weg vrijgemaakt voor een verzoening met de keizer. 

Op 10 oktober schreef Frans Josef aan zijn moeder: Ik verlang ernaar mijn liefste Sisi weer te zien na zo'n lange scheiding. Drie dagen later arriveerde hij in Corfu  Uit Corfu schreef Frans Josef aan zijn moeder  'Sisi is werkelijk veel beter en ziet er goed uit. Ze is wat dikker en hoewel haar gezicht nog wat gezwollen is, heeft ze een goede kleur. Ze kucht minder en heeft geen pijn meer in haar borst. Ook haar zenuwen zijn sterker geworden. Hij schrijft verder, dat hij blij is dat zij terug gaat naar Venetië, waar hij haar dikwijls kan bezoeken. Voor het moment was Elisabeth gelukkig, want haar man had toegestemd in haar voorwaarden. Hij gaf toe, dat ze nog niet gezond genoeg was om naar Wenen terug te keren en had beloofd de kinderen de winter bij haar te laten door doorbrengen in Venetië.
Maar voor het moment scheen Elisabeth geheel bereid zich rustig te houden. De winter in Venetië was geen succes geweest. Haar vreugde, dat zij vereningd zou zijn met haar kinderen, werd bedorven  omdat zij onder de hoede van  grravin Esterházy aankwamen, die liever de keizerin tegensprak dan dat ze ook maar een haarbreed zou afwijken van de dagindeling die aartshertogin Sophia had bepaald.

 

Het verhaal gaat, dat de keizerin zich bewust werd van de wreedheid waarmee  Rudolf werd behaldeld, toen ze op een winterochtend in 1864 wakker werd door een luid geschreeuw. Het was nog donker en toen ze uit het raam keek zag ze hoe haar zoontje moest exerceren in de sneeuw. Maar pas in de daaropvolgde zomer van 1865 dreef ze haar wil door en gaf Frans Josef het dramatische ultimatum: "of  Goudrecourt vertrekt, of ik", een ultimatum , dat de oorlog verklaarde aan het hele opvoedingssysteem dat haar zoon vernietigde. Elf jaar huwelijk hadden haar geleerd dat Frans Josef met,  zijn bureaucratische geest slechts geimponeerd kon worden door de kracht van het geschreven woord. Ze  schreef de keizer met opzet een vormelijke brief, waarin ze koel de voorwaarden opsomde, waarop ze erin toestemde te blijven, of anders zou ze vertrekken. Ze vroeg niet alleen om het ontslag van Rudolfs leermeester, toe ze eiste: Het is mijn verlangen, dat mij de volledige, onbegrensde bevoegheid zal worden geschonken in alle zaken betreffende de kinderen, de keuze van hen door wie ze worden omringd zijn, hun verblijfplaats en de algehele controle over hun opvoeding. Kortom: ik alleen zal alles te beslissen hebben tot hun meerderjarigheid'. En ze voegt eraantoe: Ik eis verder, dat over mijn eigen, persoonlijke zaken, mijn verblijfplaats alleen door mijn beslist wordt. Een vrouw, die minder zelfverzekerd was en meer van haar man hield , zou zo'n  brief hebben durven schrijven. In de laatste jaren was ze te ziek en ellendig geweest om zich met haar kinderen bezig te houden, maar nu was zij het die sterk was en Frans Josef de zwakke , bang zijn moeder of zijn vrouw te kwetsen. En Elisabeth had zich voorgenomen dat Rudolf niet zou lijden onder de zwakheid van zijn vader. 'Of Goudrecourt vertrekt , of ik'.

Frans Josef was zich er terdege van bewust dat dit betekende: 'Of je moeder vertrekt, of ik'. Geschrokken door de gedachten zijn vrouw voor de tweede keer te verliezen, capituleerde hij. Graaf Goudrecourt werd ontslagen en vervangen door kolonel Latour van Thurnberg, een voortreffelijk soldaat, die een groot diplomatiek talent moet hebben bezeten, want hij voerde niet alleen zijn plichten als leermeester van de kroonprins met grote integriteit en toewijding uit, maar slaagde er ook in op goede voet te blijven met de keizer, de keizerin en zelfs de aartshertogin.

 

Twee portretten van Winterhalter, beide geschilderd in 1865, tonen ons Elisabeth op de leeftijd van achtentwintig jaar.

Winterhalters tweede portret van Elisabeth werd door de keizer besteld voor zijn particulieren werkkamer, waar het tot zijn dood toe bleef hangen.  Op dit portret is Elisabeth gekleed in een eenvoudige peignoir, haar lange in twee glanzende vlechten gevlochten. Zo moet zij bij Frans Josef  zijn gekomen op die zomermorgen van 1865, toen zij hem haar Ultimatum gaf: Of Goudrecourt vertrekt, of ik. Het was het eerste van vele Ultimatums, want intussen was zij zich bewust geworden van haar macht. Anderen behalve Elisabeth waren er zich ook van bewust van geworden en politici in Boedapest begonnen in de jonge Keizerin "Hongarijes goddelijke voorzienigheid ". te zien.

 

In het najaar van 1864 arriveerde een vierentwintigjarig Hongaars meisje in de Hofburg. Het was een schuchter , bescheiden boerenmeisje, dat geen aanspraak kon maken op klinkende titels of een beroemde naam en de hovelingen begrepen totaal niet , hoe zo'n eenvoudige Fräulein Ferency toegang had weten te krijgen tot het paleis en er reeds enkele weken na haar aankomst in geslaagd was op méér intieme voet te komen met de keizerin dan wie dan ook van haar hofdames. Met haar openhartige ogen en argeloos gedrag gaf Ida Ferenczy de indruk zelf ook verbaasd te zijn over het geluk, dat haar van het huis van haar ouders in Kecskémet in Zuid-Hongarije tot de bevoorrechte positie van Iectrice van hare majesteit had gebracht. Er werd gezegd, dat Elisabeth gravin Almássy had opgedragen haar een geschikt jong meisje te bezorgen om haar te helpen met haar Hongaarse studies en dat de gravin de dochter van een verre bloedverwante, getrouwd met een verarmde landjonker, had opgenomen in haar lijst van kandidaten. Het was typerend voor de keizerin, dat zij de naam van Ida Ferenczy uit de lijst had gekozen omdat deze de enige was die geen titel bezat en niet besmet kon zijn door het hofleven, omdat ze altijd op het platteland had gewoond.

 

Zo gaat het verhaal, maar door een eigenaardige samenloop van omstandigheden stond dit simpele, onbedorven meisje, wier betrekkelijk bescheiden afkomst voorkwam dat zij hofdame kon worden, op goede voet met de leidende Hongaarse Politici uit die tijd, de advokaat Franz Deák en graaf Julius Andrássy, die slechts door een toeval ontkwam aan de strop in 1849 en nu in Hongarije terug was gekeerd na vele jaren ballingschap,  

 

Deze twee mannen, die het niet eens waren met de houding van de revolutionair Kossuth, die van geen compromis wilde weten, waren verstandig genoeg om zich te realiseren, dat Hongarije moeilijk het hoofd boven water zou kunnen houden zonder de medewerking van Oostenrijk. Daarom waren ze bereid de gruwelen van het verleden te vergeten en te werken voor een betere verhouding met de keizer, gebaseerd op het herstel van Hongarijes historische rechten en de instelling van een Oostenrijks-Hongaarse Monarchie, waarin beide landen tot hun beider welzijn verenigd zouden zijn, hun eigen onafhankelijkheid behoudend. Maar Frans Josef, die Hongarije in de laatste jaren zowel de rijksdag als de grondwet had teruggegeven, was nog niet bereid het idee van een dubbele monarchie te accepteren. Het feit dat hij bereid was concessies te doen, was grotendeels te danken aan de toenemende invloed van de keizerin , die in de afgelopen jaren steeds meer betrokken was geraakt bij de Hongaarse politiek. Eindelijk had zij een uitlaat gevonden voor haar aangeboren intelligentie en deze keer kon zij zichzelf vergeten in haar geestdrift voor een zaak. De strijd die zij met haar schoonmoeder had gevoerd in de leskamers van het paleis, werd nu verplaatst naar het politieke front, waar de liberale, pro Hongaarse partij onder leiding van de keizerin openlijk in oppositie was tegen de reactionaire politiek van Aartshertogin Sophia. 

 

Bron: Elisabeth Oostenrijks Beminde Keizerin van Joan Haslip.